Wilcock T. – Honingdroppelen

HONINGDROPPELEN UIT DE ROTSSTEEN CHRISTUS

OF

KORTE VERMANINGEN AAN ALLE HEILBEGERIGEN EN BEKOMMERDEN

Uit het Engels

Van

THOMAS WILCOCK

VOORREDE

Voor deze vertaling

Reeds lang had ik gewenst dat dit werkje, welks lezing voor zovelen is gezegend geweest, ook in onze taal werd overgebracht; en gaarne had ik gezien dat een meer geoefende hand dan de mijne zich daarmee belast had. Doch terwijl ik tevergeefs hierop wachtte, voelde ik mij gedrongen zelf, onder afsmeking van Gods bijstand, de vertaling te beproeven. Het boekje is mij dierbaar, sedert mijn lieve, onvergetelijke vriendin het, door een bijzondere besturing der voorzienigheid, juist toen ontving toen haar ziel, bekommerd vanwege haar zonden en twijfelende aan de oprechtheid van haar geloof, grote behoefte had aan deze geestelijke honing. Zij verkwikte zich ermee, en evenals Jonathan, werden haar ogen verlicht, 1Sam. 14:27. Zij leerde daaruit de grond van haar vertrouwen geheel buiten haarzelf te zoeken, en het geloofsoog alleen op de Gekruiste, Die ook voor haar zonden geleden had, te vestigen. Zij vond hierdoor de vrede, die alle verstand te boven gaat; en het boekje, dat het middel was geworden om licht te verspreiden in de nacht van haar twijfelingen, mocht haar niet verlaten, eer haar ziel zelf de aarde verliet, om eeuwig met Jezus te zijn.

Wanneer dit boekje eigenlijk geschreven is, heb ik niet kunnen ontdekken; alleen weet ik, dat het in het jaar 1762 reeds meer dan veertig maal te Londen gedrukt was, en dat er na die tijd aldaar nieuwe uitgaven zijn verschenen. Ook in Frankrijk en Duitsland werd het vertaald, en meer dan eens herdrukt.

De Heere gebiede Zijn zegen ook in ons vaderland over deze bladen; Zijn Heilige Geest vertrooste er vele bekommerde zielen door! Amen!

De vertaler.

 

 

VOORREDE van de schrijver

Christelijke lezer!

Sinds enige tijd bemerk ik, dat de liefde van Christus mij dringt; mijn hart is door haar machtige stralen geheel ontvlamd; en het is mij niet genoeg in stilte, met dankzegging neer te knielen voor de beste Vriend der mensen, namelijk Jezus, onze dierbare Zaligmaker, Wiens liefde alle kennis te boven gaat, Ef. 3:19. Ik gevoel mij ook gedrongen alle kinderen Gods in de geest te omhelzen, om hun heil toe te wensen.

Mijn hart geeft zich des te gereder aan deze begeerte over, daar er ook onder ons thans velen zijn die, ondanks hun goede wil en oprechte pogingen, nog als de vloed bewogen en omgevoerd worden met alle wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen, Ef. 4:14. Velen zijn er, die, om aan hun eigen en stichtingen van anderen te  arbeiden, op een valse en bouwvallige grondslag bouwen, hetgeen al hun pogingen nutteloos maakt. Het gevolg hiervan is, dat er weinigen zijn die, zoals de apostel zegt, de waarheid betrachten in liefde, en alleszins opwassen in Hem Die het Hoofd is, Christus, Ef. 4:15. Dit zo zijnde, moet men zich niet verwonderen, zo weinig vastheid van beginsel en wasdom bij die mensen op te merken. Al wat men buiten de gemeenschap van Christus, en zonder in Hem geworteld te zijn, verricht, is verloren, ja zelfs voor God verdoemelijk.

Lieve lezer! Ik hoop dat, zo het God behaagt dit boekje te zegenen, gij daarin de taal van een getrouwe vriend zult erkennen. Misschien zal een inwendige stem u zeggen: Dit is de weg, verwijder u daarvan niet ter rechter-, noch ter linkerzijde. Inderdaad, de weg die de zondaar tot de gerechtigheid van onze Christus leidt, is dezelfde die hem ten hemel voert; onze gerechtigheid is een wegwerpelijk kleed, en een iegelijk zal moeten zeggen: In de Heere heb ik gerechtigheid en sterkte, Jes. 45:24.

Er is geen verzoening en hereniging met God, dan in die uitnemend Rechtvaardige, Die voor de onrechtvaardigen gestorven is. Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft God zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem, 2Kor. 5:21.

Christelijke lezer! Werp aan Jezus’ voeten al wat in u nog tot de oude mens behoort! Vereer Gods Zoon, door Hem boven alles te verkiezen! Onder het Nieuwe Testament moeten al de vaten van de geestelijke tempel, van de kleinste tot de grootste, aan Jezus Christus toegewijd zijn. Hem komt deze hulde toe, Hij alleen is hun waardig. Hij bouwt de tempel Gods, en Hij moet daarvan, volgens de eeuwige raad des Vaders, de Grondslag, de Hoeksteen en de Kroon zijn. In Hem woont al de volheid der genade en heerlijkheid des Vaders! Aarzel dan niet, wie gij zijn moogt, tot Hem te gaan. Geen zonde, geen ellende, geen krankheden moeten u terug houden. Hij is de ware en de enige Geneesmeester der zielen, bij Wie hulp voor al uw kwalen is.

Lieve lezer! God verlene u de genade om de waarheid te ondervinden van al wat gij in dit werkje lezen zult; het zij u een balsem die uw smarten lenigt, uw wonden heelt, uw krachten versterkt en uw ziel verkwikt. Dan zal uw ziel juichen in haar geluk

Ik ben in de eenheid des geloofs en de gemeenschap des Heiligen Evangelies,

Uw broeder

Thomas Wilcock