Laren J. v. 52 preken

Twee en vijftig predikaties  € 60,-

Vrije stoffen, en enkele gelegenheidspreken.

INHOUD

  EERSTE PREDIKATIE                                                         

JESAJA 45:19

19. Ik heb in het verborgene niet gesproken, in een donkere plaats der aarde; Ik heb tot het zaad Jakobs niet gezegd: Zoekt Mij tevergeefs; Ik ben de HEERE, Die gerechtigheid spreekt, Die rechtmatige dingen verkondigt.

 

TWEEDE PREDIKATIE                                                              

Op de dag van het houden van het Heilig Avondmaal.

HOOGLIED 6:3

3.Ik ben mijns Liefsten, en mijn Liefste is mijn, Die onder de leliën weidt.

 

DERDE PREDIKATIE                                                                 

PSALM 69:10a.

10a. De ijver van Uw huis heeft mij verteerd.

 

VIERDE PREDIKATIE                                                                

ROMEINEN 14:12.

  1. Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven.

 

VIJFDE PREDIKATIE                                                                 

OPENBARING 16:15

  1. Ziet, Ik kom als een dief. Zalig is hij die waakt, en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele, en men zijn schaamte niet zie.

 

ZESDE PREDIKATIE                                                                  

Op de dag van des Heeren Avondmaal, in de Grote Kerk.

LUKAS 22:19.

  1. Doe dat tot Mijn gedachtenis.

 

ZEVENDE PREDIKATIE                                                            

JOB 14:1,2.

  1. De mens van een vrouw geboren, is kort van dagen, en zat van onrust.
  2. Hij komt voort als een bloem, en wordt afgesneden; ook vlucht hij als een schaduw, en bestaat niet.

 

ACHTSTE PREDIKATIE                                                            

JOHANNES 1:32.

  1. En Johannes getuigde, zeggende: Ik heb den Geest zien ne­der­da­len uit den hemel gelijk een duif, en Hij bleef op Hem.

 

NEGENDE PREDIKATIE                                                           

SPREUKEN 23:29-32.

  1. Bij wien is wee? Bij wien och arme? Bij wien gekijf? Bij wien het geklag? Bij wien wonden zonder oorzaak? Bij wien de roodheid der ogen?
  2. Bij degenen, die bij den wijn vertoeven, bij degenen, die komen om gemengden drank na te zoeken.
  3. Zie den wijn niet aan, als hij zich rood vertoont, als hij in den beker zijn verve geeft, als hij recht opgaat;
  4. In zijn einde zal hij als een slang bijten, en steken als een adder.

 

TIENDE PREDIKATIE                                                                

JESAJA 44:3,4.

  1. Ik zal water gieten op den dorstige en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten en Mijn zegen op uw nakome­lingen.
  2. En zij zullen uitspruiten tussen het gras, als de wilgen aan de waterbeken.

 

ELFDE PREDIKATIE                                                                  

MATTHÉÜS 11:25,26.

  1. In dienzelven tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard.
  2. Ja, Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U.

 

TWAALFDE PREDIKATIE                                                        

EFEZE 5:8.

  1. Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts.

 

DERTIENDE PREDIKATIE                                                       

Op de voorbereiding van des Heeren Avondmaal

2SAMUËL 6:6,7.

  1. Als zij kwamen tot aan Nachons dorsvloer, zo strekte Uza zijn hand uit aan de ark Gods en hield ze, want de runderen struikelden.
  2. Toen ontstak de toorn des HEEREN tegen Uza en God sloeg hem aldaar om deze onbedachtzaamheid; en hij stierf aldaar bij de ark Gods.

 

VEERTIENDE PREDIKATIE                                                    

2SAMUËL 6:11.

  1. En de ark des HEEREN bleef in het huis van Obed-Edom, den Gethiet, drie maanden; en de HEERE zegende Obed-Edom en zijn ganse huis.

 

VIJFTIENDE PREDIKATIE                                                      

1KORINTHE 7:23.

  1. Gij zijt duur gekocht; wordt geen dienstknechten der men­sen.

 

ZESTIENDE PREDIKATIE                                                        

Zijnde een vast- en biddag, ter gelegenheid van de vredehande­ling met de vijand.

JESAJA 57:11.

  1. De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede.

 

ZEVENTIENDE PREDIKATIE                                                 

Zijnde een vast- en biddag.

2SAMUËL 24:16,17.

  1. De engel des HEEREN nu was bij den dorsvloer van Arauna, den Jebusiet.
  2. En David, als hij den engel zag, die het volk sloeg, sprak tot den HEERE en zeide: Zie ik, ik heb gezondigd, en ik, ik heb onrecht gehandeld, maar wat hebben deze schapen gedaan? Uw hand zij toch tegen mij en tegen mijns vaders huis.

 

ACHTTIENDE PREDIKATIE                                                   

Zijnde een vast- en biddag.

EXODUS 23:22.

  1. Maar zo gij Zijn stem naarstiglijk gehoorzaamt en doet al wat Ik spreken zal, zo zal Ik uwer vijanden vijand en uwer wederpartijders wederpartij zijn.

 

NEGENTIENDE PREDIKATIE                                                 

LUKAS 17:32.

  1. Gedenkt aan de vrouw van Lot.

 

TWINTIGSTE PREDIKATIE                                                    

JOHANNES 3:35.

  1. De Vader heeft den Zoon lief, en heeft alle dingen in Zijn hand gegeven.

 

EEN EN TWINTIGSTE PREDIKATIE                                   

1PETRUS 4:7.

  1. En het einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchter, en waakt in de gebeden.

 

TWEE EN TWINTIGSTE PREDIKATIE                               

2TIMOTHÉÜS 2:21

  1. Indien dan iemand zichzelven van deze reinigt, die zal een vat zijn ter ere, geheiligd en bekwaam tot gebruik des Heeren, tot alle goed werk toebereid.

 

DRIE EN TWINTIGSTE PREDIKATIE                                 

JOHANNES 6:44

  1. Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uiter­sten dage.

VIER EN TWINTIGSTE PREDIKATIE                                 

MATTHÉÜS 12:43-45.

  1. En wanneer de onreine geest van den mens uitgegaan is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust, en vindt ze niet.
  2. Dan zegt hij: Ik zal wederkeren in mijn huis, vanwaar ik uitgegaan ben; en komende vindt hij het ledig, met bezemen gekeerd en versierd.
  3. Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere geesten, bozer dan hijzelf, en ingegaan zijnde wonen zij aldaar; en het laatste van dien mens wordt erger dan het eerste. Alzo zal het ook met dit boos geslacht zijn.

 

VIJF EN TWINTIGSTE PREDIKATIE                                   

JOHANNES 14:6.

  1. Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door Mij.

 

ZES EN TWINTIGSTE PREDIKATIE                                    

LUKAS 19:13b

  1. En zeide tot hen: Doet handeling totdat ik kom.

 

ZEVEN EN TWINTIGSTE PREDIKATIE                             

1THESSALONICENZEN 5:19

  1. Blust den Geest niet uit.

 

ACHT EN TWINTIGSTE PREDIKATIE                                

GALATEN 2:20.

  1. Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons Gods, Die mij lief­gehad heeft en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.

 

NEGEN EN TWINTIGSTE PREDIKATIE                             

JOHANNES 19:30b.

Op de dag van des Heeren Heilig Avondmaal.

  1. Het is volbracht.

 

DERTIGSTE PREDIKATIE                                                       

2KORINTHE 3:17b

De Tweede Pinksterdag

  1. Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid.

 

EEN EN DERTIGSTE PREDIKATIE                                      

JESAJA 50:10.

  1. Wie is er onder ulieden, die den HEERE vreest, die naar de stem Zijns Knechts hoort? Als hij in de duisternissen wandelt en geen licht heeft, dat hij betrouwe op den Naam des HEEREN en steune op zijn God.

 

TWEE EN DERTIGSTE PREDIKATIE                                  

PSALM 73:13.

  1. Immers heb ik tevergeefs mijn hart gezuiverd en mijn handen in onschuld gewassen.

 

DRIE EN DERTIGSTE PREDIKATIE                                    

ROMEINEN 5:1.

  1. Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onzen Heere Jezus Christus.

 

VIER EN DERTIGSTE PREDIKATIE                                    

Als hij zijn zoon Mr. DAVID van LAREN aldaar tot predikant bevestigde.

2KORINTHE 2:16.

  1. Dezen wel een reuk des doods ten dode, maar genen een reuk des levens ten leven. En wie is tot deze dingen bekwaam?

 

VIJF EN DERTIGSTE PREDIKATIE                                      

EXODUS 20:24b.

  1. Aan alle plaats waar Ik Mijns Naams gedachtenis stichten zal, zal Ik tot u komen en zal u zegenen.

 

 

ZES EN DERTIGSTE PREDIKATIE                                       

PREDIKER 11:9,10.

  1. Verblijd u, o jongeling, in uw jeugd, en laat uw hart u vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten en in de aanschouwing uwer ogen; maar weet, dat God om al deze dingen u zal doen komen voor het gericht.
  2. Zo doe dan de toornigheid wijken van uw hart, en doe het kwade weg van uw vlees, want de jeugd en de jonkheid is ijdel­heid.

 

ZEVEN EN DERTIGSTE PREDIKATIE                                

PREDIKER 12:1.

  1. En ge­denk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen en de jaren naderen, van dewelke gij zeg­gen zult: Ik heb geen lust in dezelve.

 

ACHT EN DERTIGSTE PREDIKATIE                                   

JOHANNES 8:56.

  1. Abraham, uw vader, heeft met verheuging verlangd, opdat hij Mijn dag zien zou; en hij heeft hem gezien en is verblijd ge­weest.

 

NEGEN EN DERTIGSTE PREDIKATIE                                

1KORINTHE 7:10a

Op de voorbereiding van het Avondmaal des Heeren

  1. Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke beke­ring tot zaligheid.

 

VEERTIGSTE PREDIKATIE                                                    

1JOHANNES 5:6.

  1. Deze is het, Die gekomen is door water en bloed, namelijk Jezus, de Christus; en niet door het water alleen, maar door het water en het bloed. En de Geest is het Die getuigt, dat de Geest de Waarheid is.

 

EEN EN VEERTIGSTE PREDIKATIE                                   

PSALM 72:18,19.

Op een dankdag, over de verovering van de Bahy de Todos Sanc­tos

  1. Geloofd zij de HEERE God, de God Israëls, Die alleen wonde­ren doet.
  2. En geloofd zij de Naam Zijner heerlijkheid tot in eeuwig­heid; en de ganse aarde worde met Zijn heerlijkheid vervuld. Amen, ja amen.

 

TWEE EN VEERTIGSTE PREDIKATIE                               

HEBREEËN 10:38.

  1. Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo ie­mand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.

 

DRIE EN VEERTIGSTE PREDIKATIE                                 

HEBREEËN 10:38b.

Zijnde een vast- en biddag.

  1. En zo ie­mand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen beha­gen.

 

VIER EN VEERTIGSTE PREDIKATIE                                 

PSALM 119:79.

  1. Laat hen tot mij keren, die U vrezen en die Uw getuigenis­sen kennen.

 

VIJF EN VEERTIGSTE PREDIKATIE                                   

JOHANNES 6:35.

Voorbereiding H.A.

  1. En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft zal nimmermeer dorsten.

 

ZES EN VEERTIGSTE PREDIKATIE                                    

2TIMOTHEÜS 4:17,18.

  1. Maar de Heere heeft mij bijgestaan en heeft mij bekrach­tigd; opdat men door mij ten volle verzekerd zij van de predi­king, en alle heidenen dezelve zouden horen; en ik ben uit den muil des leeuws verlost.
  2. En de Heere zal mij verlossen van alle boos werk, en bewa­ren tot Zijn hemels Koninkrijk. Denwelke zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.

 

ZEVEN EN VEERTIGSTE PREDIKATIE                             

PSALM 34:20

  1. Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen, maar uit die alle redt hem de HEERE.

 

ACHT EN VEERTIGSTE PREDIKATIE                                

Zijnde de allerlaatste predikatie die de auteur gepredikt heeft.

MATTHÉÜS 14:31.

  1. En Jezus terstond de hand uitstekende, greep hem aan en zeide tot hem: Gij kleingelovige, waarom hebt gij gewankeld?

 

NEGEN EN VEERTIGSTE PREDIKATIE                             

ZACHARIA 12:10b

Op de voorbereiding van des Heeren Heilig Avondmaal

  1. En zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene.

 

VIJFTIGSTE PREDIKATIE                                                       

PREDIKER 8:12,13.

  1. Hoewel een zondaar honderdmaal kwaad doet en God hem de dagen verlangt, zo weet ik toch, dat het dien zal welgaan, die God vrezen, die voor Zijn aangezicht vrezen.
  2. Maar den goddeloze zal het niet welgaan en hij zal de dagen niet verlengen; hij zal zijn gelijk een schaduw, omdat hij voor Gods aangezicht niet vreest.

 

EEN EN VIJFTIGSTE PREDIKATIE                                      

JEREMIA 8:7.

Zijnde een vast- en biddag.

  1. Zelfs een ooievaar aan den hemel weet zijn gezette tijden, en een tortelduif en kraan en zwaluw nemen den tijd hunner aankomst waar, maar Mijn volk weet het recht des HEEREN niet.

 

TWEE EN VIJFTIGSTE PREDIKATIE                                  

1JOHANNES 4:9.

  1. Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem.