Hulck A. v.d. – Zalige wegwijzer

ZALIGE WEGWIJZER tot het HEMELSE SION

In de vorm van een samenspraak

Waarin de leer der ware boetvaardigheid, of bekering des mensen tot God, krachtig wordt vertoond en voor ogen gesteld, met enige klare en onbedrieglijke kentekenen en eigenschappen, waaruit een gelovige ziel zeker kan weten wat haar wedervaren zal, na haar afscheid uit dit leven.

door

ADAMUM van der HULCK

Goesanum

En geschreven uit de mond van hem, door Abraham del Court, koopman te Amsterdam.

(Deze leraar Van der Hulck was blind)

(te Dordrecht, gedrukt door Jacob Braat, wonende in de Wer­kende Hoop, 1661)

 

 

AAN de vredelievende en bloeiende Gemeente der Gereformeerde Kerk in NEDERLAND

Mitsgaders

Alle trouwhartige liefhebbers van God en Jezus Christus, die begerig zijn om de wegen van het hemelse Sion te bewandelen.

 

Zeer waarde, lieve en trouwhartige bondgenoten in Jezus Christus

Hoe veranderlijk, nietig en onbestendig de dingen van de wereld zijn, daarvan bevestigen de dagelijkse ondervindingen de overvloedige waarheid. De mens, die door de Heere onze God geschapen was, als het voornaamste van al Zijn schepselen, uitdrukkende het beeld van zijn Schepper, bestaande in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid. Alhoewel dit waardige schepsel met zoveel heerlijke kwaliteiten en uitnemende hoeda­nigheden door zijn God begaafd was, zo ziet gij nochtans ter­stond na zijn eerste schepping de veranderlijkheid van dit voortreffelijke schepsel; en zo gij hem nu aanmerkt, zo doet hij zich op als een onderwerp van alle veranderingen, daar hij niets kan voortbrengen dat met de naam van bestendig mag genoemd worden. En daarom is het, dat de Heere de vloek ge­dreigd heeft aan diegenen, die zich op mensen verlaten en vlees tot hun arm stellen, Jer. 17:5. Maar aan de andere zijde, zo is het dat de Heere de zegen belooft aan diegenen, die hun geloof en vertrouwen alleen op Hem zullen stellen in alle noden en zwarigheden die zij in dit leven gedurig onder­worpen zijn.

Maar voornamelijk heeft de Heere uitnemende beloften en zege­ningen gedaan aan dezulken na dit leven, dat de eeuwige zalig­heid van onze ziel en lichaam raakt. Dit is een zegen van alle zegeningen, ja een troost van alle vertroostingen, en nochtans een zaak waarin onze veranderlijk natuur enkel dwaasheid stelt, daar zij door haar veranderingen ten enen male onwetend en onverstandig daarin geworden is, om de poort van het hemel­se Sion te kunnen ingaan en haar wegen te bewandelen.

Zo heeft het mij, om verschillende overwegingen goed ge­dacht dit traktaatje door de druk algemeen te maken, opdat het mocht dienen als een wegwijzer tot het hemelse Sion voor diegenen, die nog ten enen male onwetend daarvan zijn; aan de andere zijde, tot versterking voor zodanigen, wier voeten reeds begonnen hebben de wegen van het hemelse Sion te bewan­delen, en tot troost en moedgeving voor de zielen die de satan zo drukt door het gevoelen van hun zonden, alsook in het voorstellen van hun eigen onwaardigheid en onbekwame gesteld­heid, zodat zij zich dikwijls door hem laten wijsmaken dat al hun betrachtingen tevergeefs en ijdel zijn, welke zwarigheden hier tot geruststelling van zulke consciënties worden weggeno­men en beantwoord.

En daar zij, die enige boeken plegen in het licht te brengen, onder zulke autoriteit, naam en meerderen, die zij weten des te aangenamer zullen wezen, zo heb ik uit verschil­lende overwegingen het goed gevonden dit traktaatje (hetwelk ik door de hulp der Goddelijke genade, den Heere Jezus Chris­tus te ere, en opbouwing der zuivere leer toegerust, en te laten drukken bekostigd heb) u op te dragen, en mij verzekerd houden van de liefde, ijver en genegenheden, waarmee uw god­vruchtige harten alle zijn ingenomen, tot vaststelling, ver­breiding en daarstelling van de enige Duive van onze Heere Jezus Christus, hetwelk is Zijn duurgekochte gemeente; waarvan de Heere onze God u tot leden en voorstanders gesteld heeft. Zo heeft het mij verheugd, ja, het is mij een sterke prikkel geweest, om mij te bevlijtigen tot zulk een geringe arbeid, dewijl mijn werk zal rusten onder de vleugelen van zoveel uitnemende, getrouwe en niet minder godvruchtige harten; biddende derhalve ootmoedig en geheel onderdanig, dat het u gelieve deze mijn welgemeende arbeid met een gunstig oog aan te zien, en in dank aan te nemen; als voortkomende van een ware liefhebber Gods en voorstander der godzaligheid.

De alleen wijze God, de Koning der koningen, en Heere der Heeren, de Herder en Hoeder Israëls, wil u allen sparen in langdurige welstand, en tot opbouwing van Zijn heilige Kerk en Gemeente, tot vernietiging van het rijk van de antichrist; alsook tot voortgang en aanwas van alle Christelijke deugden, om eindelijk overgebracht te worden in het hemelse en gelukza­lige Sion, hetwelk wenst en bidt,

Uw onderdanige dienaar,

ADAMUS van der HULCK.

 

 

Tot dezelve.

 

In wien te minder licht het lichamelijk gezicht,

In die te meerder straalt het Goddelijke licht,

En zijn geleerde tong van nectar druipt, en zulk,

Dat menig wonder geeft, is Adam van der Hulck.

Hoe is de mens beducht op onbekende wegen,

Hij staat gestaag versteld in zulk een ongeval,

Met droef gezucht; en toont zich zeer genegen

Terstond te zijn verzeld, met die hem wijzen zal.

Is ’t hier aldus gesteld op aarde met de mensen,

Die stadig zijn belust te gaan het rechte pad,

Hier in het aardse veld; hoe! zullen wij niet wensen

Naar Sions zoete rust, des hemels hoogste schat.

Schoon wij met ongemak, ja duizend tegenheden,

Met vlees en bloed belast, gedurig bukkend gaan,

En dat het zondig pak behinderd onze treden,

Houdt u aan Christus vast, Hij zal nooit van u gaan.

Hier is een heil‑kompas voor God zoekende zielen,

Een wijzer op het pad naar Sions vreugdezaal,

Voor hem die snel en ras, schoon zij van zonden krielen,

Zoeken des Heeren stad, verlatend ’s werelds praal.

 

ADAMUM van der HULCK, verlicht meer in de zinnen

Dan in het werelds oog, wijst u de rechte gang;

Om Sions hoogste goed, en ’t goede recht te minnen,

Doorleest zijn werk met lust, en zegt de Heere dank.

G. Smelts.